Hoe komt een mens nu in godsnaam tot atletiek?Ikzelf ben op 10-jarige leeftijd gestart bij Julien Van de Velde die me had opgemerkt in een veldloop in Wichelen. Zonder training eindigde ik vijfde en had de smaak te pakken. Ik liep ook voordien al graag en zowel op de speelplaats als heen en weer naar huis liep ik continu. Vijfmaal per week reed ik als 10-jarige met mijn fiets door weer en wind naar Julien (3km heen en 3 km terug). Mijn ouders hadden op dat moment geen wagen dus van luxe om er heen gevoerd te worden was geen sprake. Een schril contrast met heden ten dage .. Tot mijn veertiende levensjaar liep ik behoorlijk zonder echt uit te blinken, maar toch regelmatig top 3 en top 5 in regionale crossen. Toen kwam de puberteit en verminderde de aandacht voor atletiek gedurende twee jaar. Door een toevallig gebeuren startte ik met vernieuwde moed en toen kon ik na enkele jaren aansluiten bij de subtop van de op dat moment sterke Belgische atletiek. De tijden die ik toen liep zijn ook heden ten dage van behoorlijk niveau. Tweemaal werd ik Belgisch kampioen: indoor 1500m en outdoor korte cross. Ik leerde hard te trainen niet enkel bij Julien Van de Velde, maar ook bij Wolfgang Becker die het professioneel aanpakte en de voortzetting werd geleid door mijn broer Herman. Uiteindelijk startten we beiden met zelf jonge mensen te begeleiden De Atletiekkern Eerlijk Streven Wichelen (ACES) ontstond hierdoor zowat 35 jaar geleden in Wichelen. Gustaaf Van de Putte en Laura Hendrickx stonden aan de wieg van dit gebeuren. Ieder bestuurslid legde 5000 frank (125 euro) in de clubkas en de kern Wichelen was gestart. Eerlijk streven mocht ik verzinnen als naam en vaak denk ik nog met weemoed aan de manier hoe mijn pa vocht voor zijn kern en vooral voor zijn bestuur en trainers, hierbij gesteund door zijn echtgenote. Een voorbeeld voor velen .. Mijn broer Herman en ik hielden ons aanvankelijk bezig met de trainingen en telkens weer probeerden we onze records scherper te stellen. 1986 was mijn topjaar, maar na een toch wel respectabele carrière als subtopper op de piste geraakte ik stilaan verzeild in het stratencircuit. Line 7 nam me op in hun team en voor ik het wist kon ik me behoorlijk plaatsen in regionale wedstrijden en middelgrote stratenlopen. Een wedstrijd tussen 10 en 15 km was een kolfje naar mijn hand en vaak kon ik deze wedstrijden winnen. Ik liep ooit als een soort “fin de carrière” een behoorlijke marathon in Antwerpen, maar toen hield ik het noodgedwongen voor bekeken. De tol van het zwaar trainen en het mentaal uitgekeken zijn op wedstrijden lopen (wat vrij normaal is na 20 jaar competitie) zorgde er voor dat ik andere uitdagingen zocht. Voor het eerst ging ik alleen mijn weg in Wichelen en voor ik het wist had ik een leuke groep atleten rondom mij die mijn schema ’s punctueel volgden. Zeven jaar lang moest ik op regelmatige basis cursus volgen en zo werd ik vlot BLOSO trainer A. Ondertussen kneedde ik mijn groep naar mijn visie. Een luxe zo mocht ik ondervinden. Ik creëerde mijn eigen stijl die niet altijd goed wordt begrepen door de mensen ver of dicht rondom mij. Een trainer zit vaak in een ivoren toren ondervind ik wel. Je kan/mag geen echte vrienden hebben op het terrein of je kan niet functioneren. Velen vergeten dat we als trainer het onderste uit de kan vragen van atleten die het menen. Ik vraag in principe enkel die mensen bij mij die bereid zijn 5x per week te trainen. Anderen zijn gedoemd om ten onder te gaan .. Meer dan eens ondervind ik dat de inbreng en inzet van ouders enorm belangrijk is. Jongeren –vooral- hebben nood aan steun van ouders in moeilijke momenten. Maar eens ze zich beginnen te moeien met het sportieve is het om zeep. Zij moeten het verlengde zijn van de trainer en hem als het ware blindelings volgen. Ook wanneer hij eens een fout blijkt te maken .. De atleten zelf moeten 300% achter hun coach(es) staan, zo niet zullen ze nooit hun maximale rendement bereiken. Ik ben wel in die mate geëvolueerd dat ik geleerd heb dat communicatie vanaf de juniorenreeks over trainingsschema ’s meer moeten tot hun recht komen. Tot en met scholier zijn de jongeren te veel bezig met zichzelf en wordt vaak een strenge hand gevraagd. Door de jaren heen hebben vele atleten mijn harde en zachte hand gevoeld door mijn aanpak. “Sla en zalf” is mijn motto. Ik kan echter pas ten volle renderen in een klimaat van vertrouwen en steun. De goede atleten passeerden al de revue .. Ik haal hier enkel de atleten aan die gekneed zijn door de Wichelse spirit: Veerle Van der Heyden, Ann en Bart de Bergé, Katrien de Ridder, Wendy Vermeulen, Stefan en Maarten de Bock behoorden tot de eerste lichting die min of meer naam maakten in de Belgische atletiek. De laatste jaren schoot de Wichelse atletiek pijlsnel vooruit door de gedrevenheid van onze kern en het vormpeil van Selien de Schrijder die naam maakt in ons Belgenland. Thomas de Bock, Nena Leunis, Evelin Van Havere mochten eveneens smaken wat het betekent Belgisch kampioen te zijn. Vele ontelbare Belgische, Vlaamse en provinciale medailles werden ons deel. Hulpcoaches Frank Schepens, Veerle Van der Heyden en nu ook mijn oudste telg Thomas Van de Putte leverden al prachtig werk. De jongerentrainers olv Bart Stroobandt vormen een goede leerschool voor de latere kadettenlichting. Op dit moment staat onze kern te wachten op nieuwe impulsen. Zoals in de nieuwjaarsspeech voorspeld zitten we even in de magere jaren .. Niet echt qua resultaten, maar de weerbaarheid van onze kern wordt op de proef gesteld door de puberteit van de jongeren. Onze lichting oudere junioren en senioren laten dit gelukkig niet aan hun hart komen en leveren prachtprestaties. Ik heb mijn groep momenteel onderverdeeld in een A-groep en B-groep. De A-groep gaat er volledig voor en worden –meer nog dan voorheen- gevolgd door mezelf. De B-groep moet zichzelf bewijzen om er te komen en moeten hun aandacht verdienen. Het is duidelijk dat de tand des tijds de atletengroep zal doen afslanken en weer naar een beter niveau zal loodsen. In tussentijd kraakt de hoofdtrainer van de Wichelse atletiek harde noten …Maar hij heeft al voor hetere vuren gestaan en stilaan merk nieuwe positieve punten op bij onze “yellow armada” .. De coach |
|